In veel werkomgevingen wordt flexibiliteit als competentie gevraagd.

Het vermogen je makkelijk aan te kunnen passen aan een veranderende omgeving, andere werkwijze, nieuwe of veranderende taken, verantwoordelijkheden én omgaan met het gedrag van anderen.

Dat lijkt misschien logisch of vanzelfsprekend, maar dat is het niet.

Mensen houden van evenwicht en hebben hun eigen (ongeschreven) regels. Die regels zijn vaak onbewust tot 'wet' gemaakt. "Zo moet het."

Flexibiliteit vraag psychologische flexibiliteit om anders met situaties om te gaan dan tot nu toe. Om dat te kunnen doen, helpt het als je jezelf erg goed kent.

ACT is een vorm van positieve psychologie en gebaseerd op 6 pijlers:

• acceptatie (van vervelende gedachten, ervaringen etc.)
• defusie (je bént niet je gedachten)
• het Zelf (kunnen bewegen met je zelf(beeld))
• hier & nu (aandacht voor wat nú is)
• waarden (wat vind je écht belangrijk)
• toegewijd handelen (gedraag je je daar ook naar?)

Met behulp van ACT ontdek je wat (welke gedachten) jou tegenhoudt om te doen wat je wilt of om mee te gaan met de veranderende omstandigheden.

Die worden niet bestreden of verjaagd. Je wordt vaardig om te accepteren dat ze er zijn en er zó mee om te gaan, dat het jou niet belemmert.

Al eens geprobeerd om ergens niet aan te denken? Die vervelende gedachten die steeds weer terug komen, emoties en lichamelijke sensaties, je kunt ze niet sturen. Je kunt je er wel anders toe verhouden.

De filosofie van ACT is dat het vechten tegen onvermijdelijke omstandigheden, uiteindelijk ten koste gaat van een vitaal en waardevol leven.

Werk ís een groot deel van je leven..

Hoe vitaal en waardevol is jouw werk?

Hoe kun jij (beter) omgaan met de veranderingen?